Willem Barentszoon 1555 - 1597

 



Nova Zembla, wie heeft er nog nooit van gehoord! ? Dit verhaal is 1 van de bekendste verhalen uit de geschiedenis van onze voorouders. (ook al was deze missie een mislukking) Aan de vooravond van Nederlands grootste bloei, de gouden eeuw, is er bij de Nederlandse handelaren en de republiek grote belangstelling voor een Noordelijke route naar onze kolonie, Nederlands Oost-Indië. Dit, omdat alle andere routes in de handen waren van Spanje en Portugal, en wij met hen in oorlog waren.

Willem Barentszoon werd in 1555 geboren in Terschelling en was in zijn leven koopman, zeeman en kaartenmaker. Van zijn jonge jaren is echter niet veel bekend. Na 2 mislukte pogingen looft de republiek 25.000 gulden uit voor degene die een Noordelijke doorgang vindt. Op 10 mei 1596 vertrekken 2 schepen, geleid door de kapiteins Heemskerck en Rijp en hoofdstuurman W. Barentszoon, uit Terschelling, niets wetend van de ontberingen die hen te wachten staan.

Na een zware reis ontdekken ze “Veere eiland” (nu Bereneiland) en later Spitsbergen. In augustus 1596 lopen ze echter door het dikke, schuivende ijs, vast bij Nova Zembla. Tot hun grote ontzetting, groeide er niets op dit rotsige, verlaten eiland! Omdat ze wisten dat ze hier voor langere tijd moesten verblijven, moesten ze een onderkomen zien te maken.
Zo bouwen ze met aangespoelde boomstammen en het hout van het schip een onderkomen, genaamd: ”Het behouden huis”.

De winters waren daar zeer bar, en door de Poolnacht hadden ze maanden geen licht. Ook in het huis zelf vroor het zo hard, dat binnen het ijs 3 cm dik was! Zichzelf in leven houdend met gedode beren, poolvossen en soms wat vis, verblijven ze zo 10 maanden in het huis. (door dit alles verliezen ze zeker 5 man) Na de Winter kunnen ze vertrekken, met het hout van de gevel maken ze de overgebleven sloep gereed voor de terugreis. Vlak voor of na vertrek, zakt Barentszoon door het ijs (waarschijnlijk was hij toen al ziek). Zijn mannen kunnen hem net redden, maar het is al te laat, door onderkoeling en uitputting sterft hij tussen 20 en 24 juni 1597,42 jaar oud, waar hij begraven is, is onbekend.

Op 1 november 1597 keerden 10 mannen, gekleed in vodden en met mutsen van wit vossenbont, terug in Amsterdam: het waren de dood gewaande opvarenden! Dankzij het dagboek van 1 van de mannen, Gerrit de Veer, is dit verhaal ons bekend. In 1598 werd dit verhaal voor het eerst uitgegeven en het werd landelijk gelijk populair en een “bestseller”.

Rond 1700 was dit verhaal werkelijk bij iedereen bekend, en was het boek al vele malen herdrukt. In 1871 vindt een Noorse walvisvaarder het huis en verkoopt een groot deel van de aanwezige spullen. Maar meerdere gebruiksvoorwerpen, bijvoorbeeld een klok en zelfs een briefje van Barentszoon, liggen in het rijksmuseum te Amsterdam. Toen, mocht men nog trots zijn op de grote daden van ons volk, dit in tegenstelling tot wat men nu probeert te bewerkstelligen. Men verwacht van jou wel dat je andermans cultuur kent en respecteert, maar de mensen van nu weten niks meer van hun eigen geschiedenis! Of hebben de Haagse politici niet door dat wij, de ware Nederlanders, al jaren trots zijn op ons verleden?  

 

 


Vincent de Kam.