Piet Pieterszoon Heyn 1577 - 1629

 

 

 

Piet Heyn werd geboren op 25 november 1577 in een arm gezin, zijn vader was o.a. haringvisser en scheepsgezagvoerder. Omdat zo de zee al in zijn bloed zat, kreeg hij al gauw interesse in de zee, dit tegen de wil van zijn moeder, die een beter leven voor hem in petto had. Vanwege zijn arme afkomst is er weinig over zijn jeugd bekend behalve dat hij ooit 4 jaar galeislaaf was op een Spaans galjoen. Na het 12 jarige bestand met de Spanjaarden (1609-1621) ging het economisch slecht met de republiek der 7 verenigde Nederlanden, de inkomsten van de V.O.C. vielen tegen, dus ook wat de Staten-Generaal in de gewesten konden investeren, en er was grote politieke onrust vanwege de onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt een zeer geliefd man bij het volk.

 

In 1623 was Heyn viceadmiraal geworden in de dienst van de W.I.C. (West-Indische Compagnie), voor de kaapvaart. In die tijd was het gewoon om op open zee een schip te enteren en de lading in beslag te nemen, de zogenaamde kaapvaart, dit mocht alleen als de opbrengst voor je land was. Piraten roofden voor zichzelf! Heyn had al meerdere succesvolle kapingen geleid, maar zijn volgende kaping zou de grootste zijn en hem wereldberoemd maken! Omdat de Staten-Generaal in geldnood zaten, gaven ze ten einde raad aan Admiraal Heyn de opdracht om één van de halfjaarlijkse retourvloten uit Zuid-Amerika te kapen, een, wat iedereen wel wist, een onmogelijke taak! De Spaanse retourvloten waren zwaar bewapend en hadden de opdracht om de schepen te laten zinken i.p.v. ze door de vijand te laten veroveren. Overleefde je dit als Spanjaard, dan werd je opgehangen bij terugkeer, want je had de schatten niet goed verdedigd, dus vochten de Spaanse verdedigers zich letterlijk en figuurlijk dood! Dankzij slechte navigatie liep de Spaanse vloot bij Cuba op de klippen en mede door onze reputatie als een ruw vechtend zeevolk, sloegen de Spanjaarden via land op de vlucht, de Zilvervloot was van ons! Zoals je merkt was de verovering van de Zilvervloot relatief gemakkelijk, maar er lagen nog vele kapers op de loer. Uit voorzorg stuurde Heyn een schip vooruit om een escorte te regelen, de hele oorlogsvloot kwam ze tegemoet en zwaar gehavend kwam de vloot op 10 januari 1629 met de schat, 34 ton zilver en 15 buitgemaakte Spaanse galjoenen aan bij de rederij in Hellevoetsluis. In de daarop volgende weken werden overal in het land grote dankdiensten gehouden en het ons bekende lied werd dankbaar door ons volk gezongen op de markt en dit is geen propaganda, maar een geschiedkundig feit! De Staten-Generaal gebruikten de opbrengst van circa 12 miljoen (hier ging 4.5 miljoen schuld af) voor verbetering van de infrastructuur en o.a. voor de belegering van Den Bosch, de meest noordelijk gelegen, in Spaanse handen zijnde stad. Voor het eerst gebruikt systeem. Alles rondom Den Bosch droogmalen i.p.v. alles onder water te laten lopen. In de droog gevallen gebieden werden loopgraven aangelegd en dito heuvels met daarop kanonnen, om zo de stad te belegeren. Heel Europa kwam kijken naar deze revolutionaire manier van oorlog voeren, dit unieke experiment was onbetaalbaar en dus onuitvoerbaar geweest zonder de Zilvervloot. Dankzij deze spectaculaire verovering brak het moreel van de Spanjaarden. Zijn laatste opdracht was om een blokkade te leggen rond Duinkerken, een vrijplaats voor Franse en Spaanse kapers. In een gevecht met 10 kapers uit Oostende stierf de tot Luitenant-admiraal bevorderde Heyn in 1629 op 52-jarige leeftijd. Hij kreeg een staatsbegrafenis en werd met veel pracht en praal bijgezet in de oude kerk te Delft. Zijn naam was klein, maar zijn daden waren groot!

 

 

 

Vincent de Kam.